Groninger Architectuurmaand

Klein Engelbert - OBS de Driebond

Aan de rand van Groningen realiseerde vector-i Klein Engelbert, een basisschool die is vormgegeven als een dorp voor kinderen. De historische lintbebouwing van Engelbert bleek een vanzelfsprekend vertrekpunt, zowel voor de opgave van de school zelf, als voor de verbinding met de omgeving. Langs de Woldjesspoorweg vormde zich een collectie archetypische huizen, spontaan geordend tot school rondom een nieuw plein – een dorp in het dorp.

Ontwerp
vector-i
Opdracht
Gemeente Groningen, Openbaar Onderwijs Groningen
Bouw
BCN Groep B.V., Ingenieursbureau Dijkhuis, Bureau 1232, Vriesbouw
Jaar
2023
Locatie
Engelbertwerg, Engelbert
Fotograaf
Ronald Zijlstra

De plek vertoont de ruimtelijke kwaliteit die zo kenmerkend is voor historische lintdorpen. Dit zorgde voor een lichte spanning tussen de omgeving en opgave. Door de verbinding met het Multifunctioneel Centrum en het voetbalveld – voor het dorp relatief grote publieke programma’s ­– was de functionele opzet in elk geval uitdagend te noemen in relatie tot het kleinschalige karakter van het gebied. De ingreep moest zich tenslotte voegen in een historische structuur van bebouwing, landschap, straten en begroeiing die een fraai cultureel en ruimtelijk geheel vormen. 

Een even ingetogen als bewezen beginsel vormde daarom de basis van het ontwerpconcept. Elke ruimte, elk lokaal, kreeg een huisvormig bouwvolume. Zo ontstond een bebouwingscluster dat in proportie is met de schaal van de omgeving. Tegelijkertijd zorgt de onderverdeling in kleine eenheden voor een ongedwongen en samenhangende ordening van het programma. Daarbij zijn telkens de behoeftes van de individuele ruimtes nauw verweven met de kwaliteiten van de school als geheel.

De lokalen losjes zijn geordend tot een L-vormige plattegrond. Hierdoor vormen ze een eenduidig front naar de straat, en een halfomsloten plein. Zodoende bouwt de school voort op de hoofdvorm van het Multifunctioneel Centrum. Je zou zelfs kunnen zeggen dat het de forse schaal ervan enigszins verzacht. Tegelijkertijd zorgt de vorm van de school ervoor dat beide als één geheel worden ervaren en voorkomt het dat de ruimte tussen de complexen, die kenmerkend is voor dit landschap, verloren gaat. 

Groter nog was de invloed van de vorm op de interne organisatie van de school. Niet alleen buiten maar ook binnen omarmen de lokalen een ruimtelijk ‘hart’. Zo gaan de huizen een directe relatie aan met de leerpleinen, gangen en entrees, en dus met de semi-omsloten buitenruimte. Daarnaast zijn alle huizen ontworpen als ‘doorzonwoningen’, en hebben ze dus elk een eigen deur naar buiten. 

De vloeiende en geleidelijke overgangen tussen de privéruimtes van de lokalen, de collectieve, geborgen ruimtes van de leerpleinen en de publieke ruimtes van de veranda en het semipublieke plein zijn voor kinderen erg fijn. Deze overgangen weerspiegelen de vloeiende structuur van het dorp, waar de ruimtelijke overgangen ook altijd in kleine stappen verlopen. De geleidelijke ruimtelijke opbouw van de school maakt het mogelijk om in verschillende samenstellingen samen te werken en leren. 

Dankzij zijn bondige, eenduidige hoofdvormen en de nauwe verweving van individuele, collectieve en publieke ruimtes is het complex compact gebleven. Door zijn bescheiden maat is het gelukt om de huizen in hout op te bouwen. Het primaire constructiemateriaal is dus biobased en circulair, en het binnenmilieu gezond. Door de zonnepanelen op het dak is het gebouw bovendien energieneutraal. Maar de school is vooral bestendig door zijn model, dat in de toekomst gemakkelijk is uit te breiden, en bovenal een ontspannen plek creëert in een rijk cultuurlandschap.