Een functiewijziging naar verhuurbare appartementen vormde de aanleiding om het pand opnieuw onder de loep te nemen. De gevel oogde inmiddels erg gesloten naar de kleine straat, met een dichte, niet passende voordeur en vier weinig sprekende ramen met hoge borstwering, eerder een achterzijde dan een straatgevel. Met archiefonderzoek werd het oorspronkelijke ontwerp achterhaald en konden ook alle latere aanpassingen in beeld worden gebracht. Daaruit bleek dat met name de entree ooit rijk vormgegeven en een zwaartepunt in de gevel was.
De nieuwe functie gaf ook aanleiding om de prominente entree in de gevel weer terug te brengen en het contact te vergroten met de straat. Om meer ruimte te creëren voor appartementen op de verdieping en het gevelbeeld verder te herstellen is er opnieuw een kap toegepast waarmee de nok weer in het midden van het pand is komen te liggen. De ramen zijn vergroot, zachter en passender vormgegeven met een ronding en sterker gearticuleerd door middel van een diepe negge.
In de materiaalkeuze en vormgeving komen een aantal uitgangspunten samen. Het streven was om uiting te geven aan de nieuwe woonfunctie en daarnaast aan te sluiten bij het voormalige, meer utilitaire karakter. Deze elementen kwamen in zwart metaal bij elkaar. Het zinken dak past goed bij het oude metselwerk en de gevelopeningen in zwarte stalen kaders geven de gevel een smoel. Bij de entree is niet alleen de symmetrie van de oorspronkelijke gevelopbouw hersteld, maar ook de sparing van de latere ingreep met dubbele deuren leesbaar gehouden. Om het oorspronkelijke deel van de gevel ook goed uit te laten komen is een passende zachte okergeel op het schilderwerk toegepast en zijn de regenwaterafvoeren in naturel zink uitgevoerd.